Wat we leerden van het project Zorgcontinuïteit
Sinds januari 2024 is de aanvullende specialistische jeugdhulp in de regio Amersfoort veranderd. Niet langer 256 verschillende aanbieders, maar één samenwerkingsverband: MetMaya. Om ervoor te zorgen dat kinderen, jongeren en gezinnen, die al specialistische jeugdhulp ontvingen, zo min mogelijk last zouden hebben van de nieuwe werkwijze, werd 2024 een overgangsjaar.
Dat betekent dat alle kinderen, jongeren en gezinnen die vóór 1 januari 2024 al specialistische jeugdhulp kregen, deze hulp het hele jaar konden blijven ontvangen als dat nodig was. Het liefst van hun eigen vertrouwde aanbieder. Deze aanbieders kregen zo de ruimte om lopende hulptrajecten rustig af te ronden, terwijl MetMaya vanaf 1 januari 2024 alle nieuwe hulpvragen op zich zou nemen. De verwachting van de regio was dat de meeste van deze al lopende trajecten in 2024 konden worden afgerond. Voor het kleine aantal kinderen en jongeren dat ná 2024 nog wel aanvullende specialistische jeugdhulp nodig heeft, werd geregeld dat zij hun traject via MetMaya konden vervolgen.
Een flinke uitdaging
In de praktijk bleek het aantal kinderen en jongeren dat nog hulp nodig had veel groter dan verwacht. Op 1 januari 2025 waren er in totaal 1355 kinderen en jongeren die hun hulptraject nog niet hadden afgerond. Dit vroeg om een intensieve aanpak om voor ieder kind, jongere en gezin de juiste hulp te organiseren. Om dit in goede banen te leiden, werd binnen MetMaya gestart met het project Zorgcontinuïteit. Een speciaal team binnen MetMaya ging hiermee aan de slag.
Samen met de verwijzers hebben we goed gekeken of de hulp voor kinderen en jongeren inmiddels al afgerond kon worden of dat lichtere hulp voldoende was. Bij bijna 30% van de kinderen en jongeren was dit het geval. In bijna alle gevallen konden kinderen, jongeren en ouders zich hierin vinden. Voor de overige 70% van de kinderen en jongeren hebben we de hulp voortgezet. Op dit moment ontvangen naar schatting nog ongeveer 980 kinderen en jongeren hulp vanuit Zorgcontinuïteit via MetMaya.
Geleerde lessen
Het is mooi dat nu voor alle kinderen en jongeren die dit nog nodig hebben een vorm van hulp gevonden is. Het project Zorgcontinuïteit is hiermee nu afgerond. Het was een groot en intensief project, met uitdagingen, maar vooral met waardevolle inzichten. De belangrijkste les: het is essentieel om jeugdhulp doelgericht in te zetten en regelmatig te evalueren of voortzetting van de hulp (nog) nodig is. Als dit onvoldoende gebeurt, kunnen hulptrajecten langer lopen dan nodig.
We zagen ook dat overdragen naar lichtere hulp niet altijd vanzelf gaat. Gezinnen willen graag hun vertrouwde hulp behouden, en hulpverleners kijken soms meer naar wat mogelijk is dan naar wat écht nodig is. Daardoor worden gesprekken over ‘wanneer is goed, goed genoeg’ en het versterken van de eigen kracht van ouders niet altijd gevoerd. Uit de evaluatie bleek dat onze professionals in sommige gevallen de expertise van lokale (wijk)teams onvoldoende weten te vinden en dat verwijzers concrete hulpvragen of doelen niet altijd scherp formuleerden waardoor ook afbakening van het hulptraject lastig werd.
Die lessen nemen we mee. We stellen samen met gezinnen concretere doelen, stemmen nauwer af met lokale (wijk)teams en praten eerder in het traject over het afronden van hulp. Zo zorgen we ervoor dat ondersteuning écht tijdelijk blijft, goed aansluit bij wat nodig is en kinderen, jongeren en gezinnen stap voor stap weer op eigen kracht verder kunnen. Zo blijven we samen bouwen aan hulp die dichtbij is en gezinnen sterker maakt.
